REGLEMENT SCHOOLDIPLOMA VSO
DE PARKSCHOOL

Schooljaar 2021 – 2022

Versie: 3 juli 2022

Inhoudsopgave

Inleiding

Artikel 1. Begrippen
Artikel 2. De eisen voor het behalen van een diploma
Artikel 3. Het examendossier
Artikel 4. De examencommissie van de school
Artikel 5. Herkansing
Artikel 6. Bezwaarmogelijkheid
Artikel 7. Vaststelling en wijziging
Artikel 8. Publicatie

Artikel 9. Slotbepaling

Reglement voor diplomering vso

 

Inleiding

Het reglement richt zich op het laatste leerjaar waarin de leerling gaat uitstromen.

Leeswijzer:

Overal waar hij en/of zijn staat, wordt ook zij en/of haar of genderneutraal bedoeld.

Het uitgangspunt is dat alle leerlingen die zijn toegelaten tot het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel of het uitstroomprofiel dagbesteding in het voortgezet speciaal onderwijs een diploma kunnen behalen, ondanks de grote variatie in mogelijkheden, vaardigheden en competenties.

Aan het ‘schooldiploma vso’ worden eisen gesteld waardoor het zowel voor de leerling als de omgeving waarde verkrijgt en maatschappelijk relevant is. Deze eisen betreffen de streef- en beheersingsdoelen zoals die benoemd zijn in de kerndoelen voor de uitstroomprofielen arbeidsmarktgericht en dagbesteding in het vso. Meer specifiek wordt de ontwikkeling inzichtelijk gemaakt op de volgende gebieden:

  1. De praktijkvorming waarbij inzichtelijk gemaakt wordt in welke mate de leerling arbeidscompetenties en vakvaardigheden beheerst, hoe de stages verlopen zijn en of de leerling certificaten heeft behaald;
  2. De loopbaanoriëntatie en -sturing en presentatie van de leerling van wie hij is, wat hij kan en wat hij wil;
  3. De ontwikkeling van de cognitieve vaardigheden: de beheersing van de streefdoelen voor taal- enrekenvaardigheden op referentieniveau 1F (Meijerink);
  4. Burgerschapsvorming en de mate van zelfstandigheid en zelfredzaamheid;
  5. De deelname aan het onderwijsprogramma (lessen en stage) kent een minimale aanwezigheid van 95% binnen de mogelijkheden van de leerling (≤ 5% ongeoorloofd verzuim).

Aan de leerlingen die voldoen aan de voorwaarden, zoals gesteld in dit reglement, reikt de school het
‘schooldiploma vso’ uit.
Leerlingen die de schoolloopbaan niet afronden of niet voldoen aan de voorwaarden van het diploma, ontvangen het schooldiploma niet. Zij krijgen een verklaring. Hierin staat beschreven dat de leerling onderwijs heeft gevolgd op de vso-school en aan welke leergebieden gewerkt is.

In dit reglement zijn de gehanteerde criteria bij het al dan niet verstrekken van het ‘schooldiploma vso’ uitgewerkt.
Daarnaast wordt de bezwaarprocedure aangegeven.

Artikel 1. Begrippen

In dit reglement komen de volgende begrippen aan bod in alfabetische volgorde. Elk begrip wordt kort toegelicht.

Bezwaarschrift:

Een bezwaarschrift (of bezwaar) is een document waarmee iemand aangeeft dat hij/zij het niet eens is met een besluit van de examencommissie.

Competentie:

Het geheel van kennis, (vak)vaardigheden en de houding die een leerling nodig heeft voor het uitoefenen van een beroep.

Examendossier:

Een selectie van bewijzen opgebouwd volgens de gestelde eisen, waaronder relevante bewijsstukken van het genoten onderwijs inclusief de stages.

Examenkandidaat:

Een leerling die de opleiding voltooid heeft en examen gaat doen.

Leerlingen:

Leerlingen die een toelaatbaarheidsverklaring voor het vso hebben en onderwijs volgen en ingeschreven staan in het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel.

Mentor:

Specifieke begeleider vanuit de school voor de leerling.

Ouder(s) Ouder(s), verzorger(s) of voogd(en) van de leerling(en).

Portfolio:

Een ontwikkelingsgericht dossier met bewijsstukken van opgedane kennis, vaardigheden en ervaringen. Dit kan digitaal en/of op papier zijn.

Proeve van bekwaamheid:

Een proeve van bekwaamheid is een afsluitende praktijktoets in een realistische context, waarmee wordt vastgesteld of de examenkandidaat de beroepscompetenties en vakvaardigheden in voldoende mate beheerst.

Reglement:

Een set van afspraken met betrekking tot het ‘schooldiploma vso arbeidsmarktgericht uitstroomprofiel’.

Schoolleiding:

Leden van het managementteam van De Parkschool

Teamleden:

Personeelsleden van De Parkschool

Verklaring:

Leerlingen die niet voldoen aan de gestelde eisen die beschreven staan in het reglement om het ‘schooldiploma vso’ te behalen, ontvangen een verklaring. In de verklaring staat vermeld wanneer een leerling stond ingeschreven in De Parkschool en hoeveel de leerling aanwezig is geweest (procentueel) en aan welke leergebieden de leerling gewerkt heeft.

Vso:

Voortgezet speciaal onderwijs.

 

Artikel 2. De eisen voor het behalen van een diploma

Om het ‘schooldiploma vso’ te behalen, dient de leerling een examendossier te hebben. (zie Artikel 3). Een leerling bouwt voortdurend aan zijn examendossier door zijn gedocumenteerde aanwezigheid en het vastleggen van zijn ontwikkeling d.m.v. toets resultaten, stage verslagen, werkstukken enz. De bewijslast van het leer- en ontwikkelproces kan de leerling in het portfolio inzichtelijk maken. De leerling bepaalt zelf wat hij in het portfolio wil laten zien.
Artikel 2a, de eisen voor het behalen van het diploma vso dagbesteding
Om het ‘diploma vso dagbesteding’ te behalen, dient de leerling te voldoen aan de volgende eisen:
- Voldoende onderwijsdeelname: De leerling is 95% van de afgesproken lestijden aanwezig geweest op school en/of stage. Het percentage wordt berekend over het aantal uren dat de leerling binnen zijn mogelijkheden aanwezig kon zijn op school. Het ongeoorloofde verzuim wordt dan vergeleken met het aantal lesuren dat de leerling wel op school kon zijn.
- De leerling heeft stage gelopen in de uitstroomfase van het vso. De competenties die de leerling daarbij heeft laten zien zijn gedocumenteerd. Het gaat om:

Beheersing van de arbeidscompetenties (ook wel werknemersvaardigheden genoemd). De arbeidscompetenties hebben veel overlap met de sociaal-emotionele competenties waar de leerling aan werkt;

Beheersing van de (vak)vaardigheden;

De stages die de leerling heeft gelopen;

Eventueel behaalde (branche) certificaten en/of diploma’s op het gebied van de praktijkvorming.
Het is aan de school te bepalen wat een passende stageduur en -plek voor de leerling per periode is. Bij eventuele externe stages wordt per stage een stagecontract opgesteld tussen stagegever, leerling en school.
- De leerling heeft een portfolio gemaakt volgens de richtlijnen van De Parkschool. Het portfolio is een verplicht onderdeel van het diploma vso. Het portfolio bestaat uit vier onderdelen, dat zijn:

1. Presentatie “wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik?”
Persoonsgegevens, curriculum vitae, pasfoto
De leerling presenteert zichzelf en reflecteert op de eigen kwaliteiten en motieven binnen zijn mogelijkheden. De leerling geeft onder andere aan wat hij wil gaan doen op het gebied van werken, hoe hij de eigen loopbaan gaat sturen en wie hij daarvoor nodig heeft vanuit het eigen netwerk. Dit behoort tot de Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) van de leerling. Binnen de LOB is aandacht voor de kwaliteitenreflectie, motievenreflectie, werkexploratie, loopbaansturing en de netwerken van de leerling.
2. Bewijzen van stage deelname;

3. Documentatie van de beheersering van de kerndoelen VSO dagbesteding. Gegevens zoals die vastgelegd zijn in het leerlingvolgsysteem.
4. Bewijzen van de doorgemaakte ontwikkeling en een beschrijving van de toekomstwensen op het gebied van de domeinen ‘Wonen, vrije tijd en burgerschapsvorming’;
- Op het gebied van het domein ‘wonen’ maakt de leerling de zelfstandigheid en de zelfredzaamheid inzichtelijk door middel van opdrachten die de leerling heeft uitgevoerd;
- Op het gebied van het domein ‘vrije tijd’ presenteert de leerling welke hobby’s hij heeft en/of hoe hij de vrije tijd wil gaan inrichten;
- Op het gebied van het domein ‘burgerschap’ gaat het over het als een burger deel kunnen nemen aan de maatschappij en het digitaal vaardig zijn. De leerling maakt dit inzichtelijk door middel van opdrachten en/of de deelname aan thema’s en workshops e.d. die de leerling heeft uitgevoerd en/of gevolgd.
- Beschrijving van de talenten en voorkeuren van de leerling.

Artikel 2b, de eisen voor het behalen van het diploma vso arbeidsmarktgericht
Om het ‘diploma vso arbeidsmarktgericht’ te behalen, dient de leerling te voldoen aan de volgende eisen:
- Voldoende onderwijsdeelname: Een leerling heeft binnen zijn mogelijkheden voldoende aan het onderwijs deelgenomen (inclusief de stages), bij een aanwezigheid van tenminste 95% gedurende het laatste schooljaar. De mogelijkheden van de leerling zijn individueel bepaald. De leerling heeft niet meer dan 5% ongeoorloofd schoolverzuim. Het percentage wordt berekend over het aantal uren dat de leerling binnen zijn mogelijkheden aanwezig kon zijn op school. Het ongeoorloofde verzuim wordt dan vergeleken met het aantal lesuren dat de leerling wel op school kon zijn. Deze aanwezigheidseis is op 95% gesteld (rekening houdend met de persoonlijke mogelijkheden van de leerling) omdat werkgevers erop moeten kunnen vertrouwen dat de leerling ook daadwerkelijk aanwezig is op de stage en/of de werkplek.

- Het portfolio
Het portfolio bestaat uit vier onderdelen, dat zijn:

1. Praktijkvorming
De praktijkvorming vormt de kern van het ‘schooldiploma vso arbeidsmarktgericht uitstroomprofiel’. Hierbij gaat het om de volgende onderdelen (de bewijslast zit in het portfolio van de leerling):
- Beheersing van de arbeidscompetenties (ook wel werknemersvaardigheden genoemd). De arbeidscompetenties hebben veel overlap met de sociaal- emotionele competenties waar de leerling aan werkt;
- Beheersing van de (vak)vaardigheden;
- De stages die de leerling heeft gelopen;
- Eventueel behaalde (branche) certificaten en/of diploma’s op het gebied van de praktijkvorming.
- Een proeve van bekwaamheid (facultatief) kan onderdeel zijn om de beheersing van de arbeidscompetenties en de vakvaardigheden inzichtelijk te maken.

2. Presentatie “wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik?”
Persoonsgegevens, curriculum vitae, pasfoto.
De leerling presenteert zichzelf en reflecteert op de eigen kwaliteiten en motieven binnen zijn mogelijkheden. De leerling geeft onder andere aan wat hij wil gaan doen op het gebied van werken, hoe hij de eigen loopbaan gaat sturen en wie hij daarvoor nodig heeft vanuit het eigen netwerk. Dit behoort tot de Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) van de leerling. Binnen de LOB is aandacht voor de kwaliteitenreflectie, motievenreflectie, werkexploratie, loopbaansturing en de netwerken van de leerling.

3. Kernvakken.

De mate van beheersing en/of de ontwikkeling van de kernvakken:
- De beheersing van (op weg naar) referentieniveau 1F voor ‘Nederlandse taal en communicatie’;
- De beheersing van (op weg naar) referentieniveau 1F voor ‘Rekenen/wiskunde’;
- De beheersing van (op weg naar) CEF/ERK A1 voor ‘Engels’.
De mate van beheersing van de kernvakken is per individuele leerling af te leiden uit de gedocumenteerde beheersing van de kerndoelen in het individuele handelingsplan in het leerlingvolgsysteem. Er worden geen eisen gesteld aan het beheersingsniveau.

4. Wonen, vrije tijd en burgerschapsvorming. 

De leerling heeft actief deelgenomen aan de thema’s op het gebied van wonen, vrije tijd en burgerschap.
- Op het gebied van het domein ‘wonen’ maakt de leerling de zelfstandigheid en de zelfredzaamheid inzichtelijk door middel van opdrachten die de leerling heeft uitgevoerd;
- Op het gebied van het domein ‘vrije tijd’ presenteert de leerling welke hobby’s hij heeft en/of hoe hij de vrije tijd wil gaan inrichten;
- Op het gebied van het domein ‘burgerschap’ gaat het over het als een burger deel kunnen nemen aan de maatschappij en het digitaal vaardig zijn. De leerling maakt dit inzichtelijk door middel van opdrachten en/of de deelname aan thema’s en workshops e.d. die de leerling heeft uitgevoerd en/of gevolgd.
Wanneer de leerling niet aan de voorgaande onderdelen voldoet, dan kan er per onderdeel één herkansing gedaan worden. Wanneer de leerling ook niet na een herkansing voldoet aan de voorwaarden om het diploma te behalen, dan zakt de leerling zakt niet, maar ontvangt hij de verklaring.

Artikel 3. Het examendossier

De in Artikel 3 gestelde eisen zijn terug te vinden in het examendossier. Dit dossier bestaat minimaal uit:
1. Persoonsgegevens, curriculum vitae, pasfoto;
2. Bewijs van voldoende onderwijs- en stagedeelname;
3. Het portfolio met daarin tenminste:
a. Bewijzen van de praktijkvorming, (eventueel) behaalde certificaten en verslagen en/of beoordelingen van de stages;
b. Presentatie van ‘Wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik’ en een beschrijving van de Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) met daarin aandacht voor de kwaliteitenreflectie, motievenreflectie, werkexploratie, loopbaansturing en netwerken;
c. Onafhankelijke toets resultaten van Nederlandse taal en communicatie en Rekenen/wiskunde;
d. Bewijzen van het werken aan de gebieden wonen, vrije tijd en burgerschap

Artikel 4. De examencommissie van de school

De examencommissie bestaat in ieder geval uit:
- De locatieleider die tevens voorzitter van de commissie is;
- Een secretaris die de verslaglegging en communicatie verzorgt;
- Een leerkracht. (groepsleerkracht)

De voornaamste taak van de examencommissie is beoordelen of de leerling voldoet aan de eisen, zoals gesteld in Artikel 2 en Artikel 3. Vervolgens neemt de examencommissie een besluit over:
- Het uitreiken van een diploma of een verklaring;
- Het aangeven van condities waaronder het diploma alsnog behaald kan worden.
De commissie komt in mei van het schooljaar bijeen of aan het eind van de schoolloopbaan van de individuele leerling (bij eerder uitstromen). De examencommissie bepaalt of een schoolverlater een diploma dan wel een verklaring ontvangt. Als een leerling niet voldoet aan de eisen van voldoende certificering en/of voldoende onderwijsdeelname, dan wordt de leerling besproken in de examencommissie. De examencommissie zal informatie inwinnen bij bijv. het team (zoals mentoren, zorgteam, docenten die een certificaat niet verstrekt hebben…) om een beeld te vormen van de leerling. Als er sprake is van een positieve ontwikkeling en/of van bijzondere omstandigheden, kan de commissie alsnog besluiten tot diplomering. Deze afweging wordt schriftelijk onderbouwd.

Artikel 5. Herkansing

Leerlingen die niet aan de eisen voldoen, zoals die gesteld zijn Artikel 2 en Artikel 3, worden besproken in de examencommissie. Er kan alsnog een diploma verstrekt worden als er sprake is van:
- (Alsnog) laten zien te voldoen aan de eisen en/of;
- Een aantoonbaar uitgevoerde maatschappelijke opdracht in de eigen tijd bij te weinig
onderwijsdeelname door ongeoorloofd verzuim;
- Bijzondere omstandigheden. Dit is ter beoordeling van de examencommissie van de school.

De examencommissie bepaalt hoe en voor welke datum bovenstaande moet zijn uitgevoerd. En doet dit via een schriftelijk kennisgeving aan de examenkanditaat en/of diens wettelijke vertegenwoordiger(s)

Artikel 6. Bezwaarmogelijkheid

Een leerling (of zijn ouders/wettelijke vertegenwoordigers) kunnen bezwaar aantekenen tegen het besluit van de examencommissie van de school om geen diploma te verstrekken. Het bezwaar dient binnen één week na het besluit van de examencommissie, schriftelijk bij de examencommissie te worden ingediend. Ouders krijgen de mogelijkheid hun bezwaar mondeling toe te lichten. Het bezwaar wordt behandeld door de Commissie voor Begeleiding (CvB). Op advies van de Commissie voor Begeleiding neemt de locatieleider een beslissing op het bezwaarschrift. De locatieleider zal binnen vijf werkdagen na het indienen van het bezwaarschrift een bindend besluit nemen. Dit besluit wordt schriftelijk en met redenen omkleed medegedeeld aan de leerling en/of zijn ouders.

Artikel 7. Vaststelling en wijziging

Dit reglement is vastgesteld door het bevoegd gezag van de school in juni 2022. Het reglement is voorgelegd ter instemming aan de medezeggenschapsraad van de school. Het reglement wordt jaarlijks geëvalueerd en waar nodig gewijzigd.

Artikel 8. Publicatie

Het reglement van de school ligt ter inzage bij de locatieleider en de schooladministratie en staat op de website van de school. Een samenvatting is in de schoolgids opgenomen.

Artikel 9. Slotbepaling

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet en voor zover het de gang van zaken van de examencommissie betreft, beslist de examencommissie.